Hagen

Planten

​

Voor een strakke haag spant u eerst een lijn tussen twee palen. Langs deze lijn graaft u een geul van ongeveer 60 cm breed en voldoende diep. Vul de geul gedeeltelijk met een mengsel van aarde en potgrond of compost.

Leg de haagplanten langs de lijn op de aanbevolen tussenafstand. Zet ze één voor één rechtop in de geul en vul deze met aarde. Schud de planten licht, zodat de grond goed tussen de wortels zakt. Trap de aarde stevig aan en geef royaal water.

In het voorjaar – zodra het groeiseizoen begint – geeft u uw haag een goede bemesting.

Hoeveel planten per meter?

Hoe groter de planten die u koopt, hoe minder u er per meter nodig heeft. Als richtlijn:

• 5 à 6 planten bij een hoogte onder 60 cm

• 4 planten bij een hoogte van 60–80 cm

• 3 planten bij een hoogte van 80–100 cm

Snoeien en knippen

Wildgroeiende hagen kunt u hun gang laten gaan en alleen bijsnoeien wanneer ze te breed of te hoog worden.
Formele hagen vragen meer onderhoud: knip ze in de zomer twee keer bij. De eerste keer in juni, na de groeispurt, en de tweede keer in augustus of september.
Gebruik hiervoor een gewone of elektrische heggenschaar, zolang deze maar goed scherp is.

Meer weten?

Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over het planten en onderhouden van hagen wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.