Zaaien
Algemeen
​
Zelf planten en groenten zaaien is dankbaar en voordelig. Het levert jonge plantjes op die goedkoper zijn dan kant-en-klare exemplaren. Bij uw tuincentrum vindt u een uitgebreid assortiment zaden voor zowel sier- als moestuin. Met de juiste aanpak krijgen uw zelfgezaaide planten een goede start.
​
Zaaigrond
-
Goede zaaigrond is luchtig en vochtvasthoudend.
-
Een mengsel van turf en zand voldoet vaak, maar speciale zaai- en stekgrond is ideaal; dit gaat niet schimmelen, zelfs bij constante vochtigheid.
-
Voor de ontkieming zijn geen voedingsstoffen nodig, maar jonge plantjes hebben later wél extra voeding nodig als ze langere tijd in dezelfde grond blijven.
Kweekbakjes
-
Vanaf januari kunt u de eerste planten voortrekken.
-
Vul een kweekbak met zaaigrond en druk deze aan met een plankje of hardboard, zodat de oppervlakte egaal is.
-
Verdeel de zaadjes gelijkmatig; bij kleine zaadjes kunt u ze eerst mengen met wat zand.
-
Bedek de zaadjes met een dun laagje aarde, doe het deksel op de bak en zet het op een lichte plek.
-
Houd de grond vochtig, bij voorkeur met een plantenspuit.
-
Na 10 tot 20 dagen komen de zaailingen boven de grond.
Verspenen
-
Zodra de zaailingen groot genoeg zijn om te hanteren, plant u ze over in een bak met verse grond, zodat ze meer ruimte hebben om te groeien.
-
Tik de kweekbak voorzichtig op tafel zodat de grond loskomt van de zijkanten.
-
Gebruik een ingekerfd stokje om de wortels voorzichtig in een klein pootgaatje te plaatsen en druk de aarde stevig aan.
Afharden
-
Vanaf begin mei laat u de plantjes geleidelijk wennen aan de buitentemperatuur.
-
Houd rekening met nachtvorst; na half mei is de kans hierop vrijwel verdwenen en kunnen de plantjes in de volle grond worden gezet.
Meer weten?
Vraag onze tuinadviseurs alles over zaaien, verspenen en uitplanten. Ze geven graag praktische tips en advies voor een succesvolle start.
