Waterplanten
Algemeen
Een vijver zonder planten is als een gazon zonder gras. Waterplanten zorgen voor een gezond leefmilieu voor vissen en geven uw tuin extra sfeer. Sommige waterplanten zijn onmisbaar in iedere vijver, andere zijn geschikt voor speciale watermilieus. Met de juiste keuze creëert u een evenwichtige vijver.
Planten
De beste tijd om waterplanten te planten is mei-juni, wanneer het aanbod groot is en het water voldoende is opgewarmd. Bij een nieuwe of opnieuw gevulde vijver, laat het water eerst een paar dagen staan. Waterplanten zijn onder te verdelen in vier groepen:
1. Drijfplanten
Drijvende waterplanten zoals waternoot, krabbescheer en waterhyacinten zijn belangrijk voor een gezond watermilieu. Ze bieden schaduw, verminderen algengroei en zorgen voor zuurstofregulatie. Sommige drijfplanten zijn winterhard, andere vervangt u elk voorjaar.
2. Onderwaterplanten
De bekendste onderwaterplant is de waterlelie. Let op de juiste plantdiepte:
-
Sommige soorten hebben 80–100 cm diep water nodig.
-
Andere gedijen bij 20–30 cm.
Plant waterlelies in vijvermandjes met speciale vijveraarde, bedek de aarde met een laagje grind en kies een zonnige plek voor optimale bloei.
3. Moeras- en oeverplanten
Deze planten zijn geschikt voor ondiepe gedeelten van de vijver of de oever. Ze hebben weinig invloed op het watermilieu, dus de keuze kan vooral op uiterlijk gebaseerd worden.
Tips:
-
Controleer op het plantenetiket of ze liever in water of in vochtige grond staan.
-
Woekerende soorten in mandjes planten om wortelgroei te beperken.
-
Ze vormen een natuurlijke schuilplaats voor kikkers en salamanders.
4. Zuurstofplanten
Kleine, bescheiden plantjes zoals waterpest en blaasjeskruid zorgen voor zuurstof en dragen bij aan helder water. Plant ze in bosjes, ongeveer 4–5 bosjes per vierkante meter, in de diepere gedeelten van de vijver.
Meer weten?
Vraag onze tuinadviseurs alles over waterplanten en vijvers. Ze geven graag praktische tips en deskundig advies.
